Wat te doen na een aanrijding?

Het kan gebeurd zijn voordat je het doorhebt; een aanrijding. Vaak ben je nog niet bekomen van de schrik en moet je al gaan handelen. Maar wat moet je doen, wie moet je bellen?

1. Veiligheid eerst!

Breng jezelf en anderen zo snel mogelijk in veiligheid. Als de auto niet meer kan rijden en je niet direct vanuit de auto op een veilige plek staat, blijf je in de auto. Zet de alarmlichten aan! Mocht de auto nog kunnen rijden, zet hem dan zo snel mogelijk op een veilige plek. Bijvoorbeeld de vluchtstrook. Denk eraan: gooi niet zomaar je deur open. Dit schrikt overige weggebruikers af. Beter is het om uit te stappen via de passagierszijde. Kun je wel uit de auto? Ga dan zo ver mogelijk bij de weg vandaan staan. Vaak is dat achter de vangrail (dus niet ernaast, of ervoor, of in de buurt). Schakel de alarmlichten in en gebruik eventueel een gevarendriehoek en een veiligheidsvest.

TIP: DRAAI JE WIELEN IN DE RICHTING VAN DE VANGRAIL. MOCHT ER EEN AUTO ACHTEROP BOTSEN, DAN RIJDT DE AUTO DE VANGRAIL IN EN NIET RECHTDOOR OF WEER DE WEG OP.

Als je het overige verkeer niet blokkeert en de voertuigen veilig staan, laat ze dan op hun plek. Is er alleen blikschade? Rijd dan door naar de eerstvolgende parkeerplaats en handel daar het papierwerk af.

2. Hulp

Ben je veilig? Bel dan zo snel mogelijk hulp. Welke hulp bel je in welke situatie? Als er gewonden zijn bel je uiteraard 112 voor een ambulance. Vaak kun je prima zelf gegevens uitwisselen en schade melden. Dan hoeft er geen politie te komen. Bel in de volgende gevallen wel de politie:

• Als je stilstaat op de snelweg
• Bij twijfel over de schuldvraag
• Bij forse schade
• Wanneer een van de partijen is doorgereden
• Bij een groot meningsverschil met de tegenpartij
• Als je het vermoeden hebt dat iemand onder invloed heeft gereden of geen rijbewijs heeft
• In een bedreigende situatie

3. Papierwerk

Vul samen met eventuele andere betrokkenen het Europees Schadeformulier in of ga naar mobielschademelden.nl. De voorkant van het schadeformulier moet je meteen invullen. Daar staan zaken over de toedracht van het ongeluk. Doe dit samen met de andere partij zodat er geen onduidelijkheden ontstaan over de toedracht van de schade. Zijn jullie het niet eens over de toedracht? Zet dan geen handtekening. Geef dan alleen jouw verzekerings- en contactgegevens en vul zelf een apart schadeformulier in. Maak foto’s van de situatie. Hoe staan de auto’s, wat is de schade, eventuele remsporen op de weg (als je dat veilig kunt doen).

TIP: ZORG DAT JOUW HELFT VAN HET SCHADEFORMULIER INGEVULD IN DE AUTO LIGT. GEGEVENS OVER DE AUTO, VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ EN DE VERZEKERDE KUN JE ALVAST INVULLEN. WANT ZEG NOU ZELF: ALS JE NOG AAN HET BIJKOMEN BENT VAN DE SCHRIK, IS JE POLISNUMMER WEL HET LAATSTE WAT JE JE KUNT HERINNEREN.

Als je gebruikmaakt van het schadeformulier moet je zelf nog je verzekering op de hoogte stellen. Bij een melding via mobielschademelden.nl is dat niet nodig.

4. Schademelding- en herstel

Meld de schade zo snel mogelijk bij je verzekeraar. Als je de schade bij een ABS-bedrijf laat herstellen, kunnen zij daar ook helpen met de schademelding. Tijdens de intake bepaalt de schadehersteller wat de schade is en op welke manier deze hersteld gaat worden. Eventueel krijg je vervangend vervoer aangeboden zodat je snel weer de weg op kunt.